Vertalen DE --> NL

Vertaal de woordjes van het Duits naar het Nederlands

Quiz gemaakt door

Beoordeel:

Voor het laatst bewerkt: 14 september 2019

U heeft deze quiz nog niet geprobeerd

Meer quizinformatie >>

Voor het eerst ingediend op	13 september 2019
Keren gedaan	17
Gemiddelde score	12,0%
Rapporteer deze quiz	Rapporteer

Quiz- en antwoordstatistieken >>

Vriendstatistieken >>

8:00

Enter answer here

/ 25 geraden

De quiz is gepauzeerd. U heeft nog over.

Scoresamenvatting
U scoorde / = %

      Dit verslaat of evenaart
      % van de gebruikers
      scoorde ook 100%
      
De gemiddelde score is 

        Uw highscore is
        
      
Uw snelste tijd is 
meer statistieken >>
vriendstatistieken >>

Blijf scrollen voor antwoorden en meer statistieken ...

Duits	Nederlands
aufklären	voorlichten
die Semesterferien	de vakantie
sich zusammenfinden	samengaan, een band krijgen
der Alltag	het leven van alledag
die Angehörigen	de familieleden, de leden van een groepering
sich gehören	horen
das Kindergeld	de kinderbijslag
der Gefährte	de metgezel
der Kindergarten	de kleuterschool
betreuen	zorgen voor
das Kleinkind	de kleuter
hinterlassen	nalaten, achterlaten
die Muttersprache	de moedertaal

Duits	Nederlands
die Ausbildung	de opleiding
das Verhaltensmuster	het gedragspatroon
die Vorlesung	het college, het hoorcollege
der Nachwuchs	de kinderen
ansässig sein	wonen
die Realschule	vmbo-school
die Bude	de kamer
der Vormund	de voogd
die Herkunft	de afkomst
die Klausur	schriftelijke toets
verwaisen	wees worden
die Allgemeinebildung	de algemene ontwikkeling