Hint
|
Answer
|
18
|
het veranderende mens en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
|
19
|
de hernieuwe orientatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
|
20
|
het begin van de europese expansie overzee
|
21
|
de protestantse reformatie had splitsing van de christelijke kerk in west-europa tot gevolg
|
22
|
het conflict in de nederlanden dat resulteerde in de stichting van de nederlandse staat
|
23
|
wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
|
24
|
de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de nederlandse republiek
|
25
|
het streven van vorsten naar absolute macht
|
26
|
de wetenschappelijke revolutie
|
27
|
rationeel optimisme en verlicht denken werden toegepast op alle terreinen van de samenleving; godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
|
28
|
voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven, verlicht absolutisme
|
29
|
de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
|
30
|
uitbouw van de europese overheersing met name in de vorm van plantagekolonien en de daarmee verbonden transatlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitonisme
|
31
|
de industriele revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een industriele samenleving
|
32
|
de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen; liberalisme, socialisme confessionalisme en feminisme
|
33
|
voortschrijdende democratisering met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
|
34
|
de opkomst van emancipatie bewegingen
|
35
|
discussies over de sociale kwestie
|
36
|
de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
|
37
|
het voeren van twee wereldoorlogen
|
38
|
de crisis van het wereldkapitalisme
|
39
|
het in praktijk brengen van totalitaire ideologieen communisme en fascisme/nationaal-socialisme
|
40
|
de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
|
41
|
vormen van verzet tegen het West-Europees imperialisme
|
42
|
verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
|
43
|
racisme en discriminatie die leidden tot genocide in het bijzonder op de joden
|
44
|
de duitse bezetting van Nederland
|
45
|
de dekolonisatie maakte een eind aan de westerse hegemonie in de wereld
|
46
|
de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
|
47
|
de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
|
48
|
de eenwording van europa
|
49
|
de ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
|