WR 49 kenmerkende aspecten - havo 4 HS 3-9

Vul de kenmerkende aspecten 18 t/m 40 & 43 aan!
Het gebruik van hoofdletters is niet nodig
Bij een tijdscharnier is alleen een jaartal (bijvoorbeeld 1500) voldoende
Succes!
Quiz gemaakt door WR
Beoordeel:
Voor het laatst bewerkt: 3 mei 2021
U heeft deze quiz nog niet geprobeerd
Voor het eerst ingediend op27 februari 2020
Keren gedaan63
Gemiddelde score40,7%
Rapporteer deze quizRapporteer
8:00
Kenmerkende aspect
0
 / 27 geraden
De quiz is gepauzeerd. U heeft nog over.
Scoresamenvatting
U scoorde / = %
Dit verslaat of evenaart % van de gebruikers scoorde ook 100%
De gemiddelde score is
Uw highscore is
Uw snelste tijd is
Blijf scrollen voor antwoorden en meer statistieken ...
periode
#
hint
kenmerkende aspect
kernbegrip
 
 
Tijdscharnier (JAARTAL) - begin renaissance
1500
 
vroegmoderne tijd
18
Het _____ ___ __ ________ _________ _________
begin van de Europese overzeese expansie
ontdekkingsreizen
 
19
___ ____________ ___- __ ___________ ___ __ ___________ __ ___ _____ ___ ___ ______ _______________ ______________
het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
renaissance
 
20
De __________ __________ __ het erfgoed van __ ________ _______
hernieuwde oriëntatie op de klassieke oudheid
humanisme
 
21
De protestantse __________ die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
Reformatie
protestantisme
 
22
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat (__ _______)
de Opstand
Tachtigjarige Oorlog
 
23
Het streven van vorsten naar absolute macht (___________)
absolutisme
droit divin
 
24
__ __________ ______ __ ____________ _______ __ __ _____ __ _________ __ _________ _______ ___ __ ___________ _________
de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
burgerlijke cultuur
 
25
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en ___ _____ ____ ___ ____________
het begin van een wereldeconomie
wereldeconomie
 
26
__ ________________ _________
de wetenschappelijke revolutie
empirisme / rationalisme
 
27
Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, economie en sociale verhoudingen (__ ___________)
de Verlichting
scheiding der machten
 
28
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm te geven (________ ___________)
verlicht absolutisme
publieke opinie
 
29
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische ___________ __ de opkomst van het _____________
slavenhandel en abolitionisme
driehoekshandel
 
30
De _____________ __________ in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
democratische revoluties
volkssoevereiniteit
 
 
TIJDSCHARNIER (JAARTAL) - INDUSTRIËLE REVOLUTIE
1800
industrie en democratie
moderne tijd
31
De ___________ _________ die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
industriële revolutie
industriële samenleving
 
32
Discussies over de ‘_______ _______’
sociale kwestie
vakbonden
 
33
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie (______ ____________)
modern imperialisme
koloniën
 
34
De opkomst van _____________________
emancipatiebewegingen
gelijkberechting
 
35
________________ _______________, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
voortschrijdende democratisering
kiesrecht
 
36
De opkomst van _________-________________ __________: l__________, n___________, s_________, c_______________ en f________
politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme nationalisme socialisme confessionalisme feminisme
verzuiling
 
 
TIJDSCHARNIER (JAARTAL)
1900
massasamenleving
moderne tijd
37
De rol van _______ __________- __ ____________________ __ vormen van ________________
moderne propaganda- en communicatiemiddelen en massaorganisatie
propaganda
 
38
Het in praktijk brengen van ___________ _____________ ___ __________ en ________/___________________
totalitaire ideologieën als communisme fascisme/nationaalsocialisme
totalitarisme
 
39
__ ______ ___ ___ __________________
de crisis van het wereldkapitalisme
economische crisis
 
40
___ ______ ___ ____ ______________
het voeren van twee wereldoorlogen
wereldoorlog
 
43
_____________ __ ____ ______ ________ ______ ____ _______________________ __ __ ____________ ___ __ ______________ __ ____________
Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
totale oorlog
Nog geen opmerkingen