nummer | Antwoord | % Correct |
---|---|---|
24 | de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de nederlandse republiek | 100%
|
29 | de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap | 100%
|
35 | de discussies over de ‘sociale kwestie’ | 100%
|
17 | de expansie van de christelijke wereld, onder andere in de vorm van kruistochten | 100%
|
19 | de hernieuwde orientatie op het erfgoed van de klassieke oudheid | 100%
|
31 | de industriele revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een industriele samenleving | 100%
|
36 | de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie | 100%
|
14 | de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden | 100%
|
34 | de opkomst van emancipatiebewegingen | 100%
|
13 | de opkomst van handel en ambacht legde de basis voor het herleven van een agrarisch-urbane cultuur | 100%
|
32 | de opkomst van politiek maatschappelijke stromingen; liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme | 100%
|
21 | de protestantse reformatie had splitsing van de christelijke kerk in west-europa tot gevolg | 100%
|
26 | de wetenschappelijke revolutie | 100%
|
20 | het begin van de europese expansie overzee | 100%
|
15 | het begin van staatsvorming en centralisatie | 100%
|
16 | het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben | 100%
|
22 | het conflict in de nederlanden dat resulteerde in de stichting van een nederlandse staat | 100%
|
25 | het streven van vorsten naar absolute macht | 100%
|
18 | het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling | 100%
|
27 | rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ werd toegepast op alle terreinen van de samenleving; godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen | 100%
|
30 | uitbouw van de europese overheersing, met name in de vorm van plantagekolonien en de daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van abolitionisme | 100%
|
23 | wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie | 100%
|
28 | voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven | 0%
|
33 | voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces | 0%
|
Copyright H Brothers Inc., 2008–2024
Neem contact op | Ga naar Boven | Ga naar Mobiele Versie