Statistieken voor Kenmerkende aspecten

Klik hier om de quiz te nemen!

Algemene statistieken
Antwoordstatistieken
Scoreverdeling
Uw Scoregeschiedenis

Algemene statistieken

Deze quiz is 9 keer genomen
De gemiddelde score is 21 van 89

Antwoordstatistieken

Tijdvak	Kenmerkend aspect	% Correct
1	1	100%
naam tijdvak	tijd van jagers en boeren	100%
periode	prehistorie	60%
jaartallen	tot 3000 v.C.	60%
2	2	40%
jaartallen	3000 v.C. - 500 n. C.	40%
KA 1	de levenswijze van jager-verzamelaars	40%
KA 3	het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen	40%
periode	oudheid	40%
naam tijdvak	tijd van Grieken en Romeinen	40%
10	10	20%
jaartallen	1000-1500	20%
jaartallen	1500-1600	20%
jaartallen	1600-1700	20%
jaartallen	1700-1800	20%
jaartallen	1800-1900	20%
jaartallen	1900-1950	20%
jaartallen	1950-heden	20%
periode	1e helft 20e eeuw, moderne tijd	20%
periode	2e helft 20e eeuw, moderne tijd	20%
3	3	20%
4	4	20%
5	5	20%
jaartallen	500-1000	20%
6	6	20%
7	7	20%
8	8	20%
9	9	20%
KA 2	de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek	20%
KA 4	de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa	20%
KA 2	de crisis van het wereldkapitalisme	20%
KA 1	de dekolonisatie maakte een eind aan de westerse hegemonie in de wereld	20%
KA 3	de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap	20%
KA 8	de Duitse bezetting van Nederland	20%
KA 4	de eenwording van Europa	20%
KA 5	de expansie van de christelijke wereld, onder andere in de vorm van kruistochten	20%
KA 2	de groei van het Romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde	20%
KA 2	de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid	20%
KA 1	de industriële revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een industriële samenleving	20%
KA 3	de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur	20%
KA 6	de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie	20%
KA 5	de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten	20%
KA 5	de ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen	20%
KA 1	de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat	20%
KA 2	de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden	20%
KA 4	de opkomst van emancipatiebewegingen	20%
KA 1	de opkomst van handel en ambacht legde de basis voor het herleven van de agrarisch-urbane samenleving	20%
KA 2	de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme	20%
KA 4	de protestantse reformatie had splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg	20%
KA 4	de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie	20%
KA 3	de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen	20%
KA 2	de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog	20%
KA 4	de verspreiding van het christendom in geheel Europa	20%
KA 2	de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid	20%
KA 4	de wetenschappelijke revolutie	20%
KA 5	discussies over de sociale kwestie	20%
periode	eeuw van de verlichting, 18e eeuw, vroegmoderne tijd	20%
periode	Gouden Eeuw, 17e eeuw, vroegmoderne tijd	20%
KA 3	het begin van de Europese expansie overzee	20%
KA 3	het begin van staatsvorming en centralisatie	20%
KA 4	het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben	20%
KA 5	het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat	20%
KA 3	het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en facisme/nationaal socialisme	20%
KA 1	het ontstaan en de verspreiding van de islam	20%
KA 3	het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur	20%
KA 2	het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen	20%
KA 3	het streven van vorsten naar absolute macht	20%
KA 1	het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling	20%
KA 1	het voeren van twee wereldoorlogen	20%
periode	hoge en late middeleeuwen	20%
periode	industrialisatietijd, 19e eeuw, moderne tijd	20%
KA 7	racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden	20%
KA 1	rationeel optimisme en verlicht denken werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen	20%
periode	renaissancetijd, 16e eeuw, vroegmoderne tijd	20%
naam tijdvak	tijd van burgers en stoommachines	20%
naam tijdvak	tijd van de wereldoorlogen	20%
naam tijdvak	tijd van monniken en ridders	20%
naam tijdvak	tijd van ontdekkers en hervormers	20%
naam tijdvak	tijd van pruiken en revoluties	20%
naam tijdvak	tijd van regenten en vorsten	20%
naam tijdvak	tijd van steden en staten	20%
naam tijdvak	tijd van televisie en computer	20%
KA 4	uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme	20%
KA 6	verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering	20%
KA 2	voortbestaan van het ancien regime met pogingen het vorstelijke bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)	20%
KA 3	voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces	20%
KA 5	vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme	20%
periode	vroege middeleeuwen	20%
KA 1	wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie	20%